De dialoog tussen
remuneratiecommissies en aandeelhouders over de vormgeving van het
beloningsbeleid voor bestuurders moet verbeteren. Aandeelhouders, hun
vertegenwoordigende organisaties en stemadviesbureaus moeten van de beoordeling
van beloningsvoorstellen geen afvinkexercitie maken. De voorstellen tot
wijziging van het beloningsbeleid zouden moeten worden beoordeeld aan de hand
van de specifieke karakteristieken van de onderneming en de fase waarin de
onderneming zit. Dit was de rode draad van de sprekers tijdens het gisteren gehouden Eumedion-webinar over de toekomst van de bestuurdersbeloningen in
Nederland.
Tijdens het
webinar presenteerden Annet Aris (onder meer voorzitter van de
remuneratiecommissie van Randstad), Margriet Stavast (senior adviseur
verantwoord beleggen bij PGGM), Camiel Selker (medeoprichter en partner bij
beloningsadviesbureau Focus Orange) en Joost Sneller (financieel woordvoerder
van de D66-Tweede Kamerfractie) kort hun visie over de thematiek.
Annet Aris pleitte voor een meer holistische aanpak van het opstellen van een
beloningsbeleid voor het bestuur. Een, zoals zij dat noemde, ‘fase
2-beloningsbeleid’ sluit duidelijk aan op de strategie en missie van de
onderneming, is consistent met het interne loongebouw, is getoetst aan de
externe markt en houdt rekening met de opvattingen van de relevante stakeholders van de onderneming. Daarbij
heeft ze nog wel een aantal dilemma’s, zoals de weging van de verschillende
perspectieven van de stakeholders,
wat te doen als de onderneming het in financieel opzicht niet goed doet, maar
wel hoog scoort op de duurzaamheidsdoelstellingen en of het beloningsbeleid
erop gericht moet zijn om de prestaties van de onderneming te belonen of van
het bestuur. Ze hoopt dat over deze dilemma’s een inhoudsvolle dialoog met
aandeelhouders tot stand kan komen.
Margriet Stavast presenteerde een aantal best practices
uit het voorbije AVA-seizoen waarin vrijwel alle Nederlandse beursondernemingen
een aangepast beloningsvoorstel aan de aandeelhouders voorlegden. Ze moedigde
remuneratiecommissies aan om op tijd te beginnen met de voorbereidingen voor
een nieuw beloningsbeleid en om in een vroege fase ook de relevante stakeholders daarbij te betrekken.
Daarnaast ziet ze het liefst een simpel, duidelijk en transparant voorstel. Tot
slot riep zij raden van commissarissen op om de discretionaire bevoegdheid op
een redelijke manier toe te passen in het geval beslissingen uit het verleden
uitmonden in een nadelig effect voor stakeholders.
Dat is met name tijdens de coronapandemie een belangrijk uitgangspunt. Haar stelling hierover kreeg de steun van 93% van het virtuele publiek.
Camiel Selker was
van mening dat een goed beloningsbeleid “binnen wordt gebouwd en buiten wordt
getoetst”. Hij stelde verder dat de klanten, medewerkers en de aandeelhouders
de belangrijkste stakeholders van de onderneming zijn. Als de opvattingen van
deze groepen goed zijn onderzocht en goed zijn gewogen, dan mag een
remuneratiecommissie ervan uitgaan dat genoegzaam rekening is gehouden met het
maatschappelijk draagvlak, zoals de nieuwe wetgeving bepaalt. Als gevolg van de
verhoogde AVA-stemmeerderheid van 75% voor het vaststellen van een nieuwe
beloningsbeleid is, volgens hem, de aandeelhouder de belangrijkste stakeholder van de onderneming geworden.
Hij vraagt zich af of dat wenselijk is. Hij bracht daarom de volgende stelling
in stemming: ‘De 75% drempel moet worden afgeschaft tot aandeelhouders in staat
zijn om het beloningsbeleid van elke organisatie op basis van haar specifieke
merites te boordelen’. Bijna 46% van het virtuele publiek steunde deze
stelling.
Joost Sneller was
het niet eens met de stelling van Camiel Selker. Joost Sneller stelde dat de
verhoogde stemmeerderheid van 75% juist een stimulans is voor meer dialoog tussen
de onderneming en haar relevante stakeholders
en er voor kan zorgen dat er maatschappelijk draagvlak bestaat voor het
voorgestelde beloningsbeleid. Het past ook goed bij een meer “progressief
kapitalisme” en het Rijnlandse model dat hij voorstaat. De Tweede Kamer heeft
recent ook een motie aangenomen om een dergelijke vorm van besturen waarbij de
belangen van alle belanghebbenden evenwichtig worden betrokken wettelijk te
verankeren. Het virtuele publiek toonde zich verdeeld (precies fifty/fifty) over zijn stelling dat het
bedrijfsleven onbegrijpelijk is voor de politiek en vice versa.
Eumedion-directeur
Rients Abma sloot het webinar af met de duidelijke boodschap van enkele
sprekers voor zijn organisatie en zijn achterban om van de beoordeling van de
beloningsvoorstellen geen ‘check-the-box-exercitie’
te maken. Hij stelde dat er hierbij een spanningsveld bestaat. Institutionele
beleggers worden immers geacht het maatschappelijk draagvlak, de
maatschappelijke effecten, de interne beloningsverhoudingen en het advies van
de ondernemingsraad te betrekken bij de beoordeling van de voorstellen. Die
beoordeling door institutionele beleggers kan anders uitpakken dan die door de
raad van commissarissen die het uiteindelijke beloningsvoorstel doet.