Actueel

Beursgenoteerde ondernemingen moeten alleen in noodsituaties een volledig virtuele jaarvergadering houden. In een dergelijke situatie staat de continuïteit van de besluitvorming of de veiligheid en de gezondheid van de vergaderbezoekers op het spel. Het houden van een fysieke of hybride jaarvergadering is in die situatie niet verantwoord. Dit schrijft Eumedion in haar vandaag naar de Tweede Kamer verstuurde commentaar op het wetsvoorstel dat het voor ondernemingen mogelijk maakt om aandeelhoudersvergaderingen (AVA’s) voortaan volledig virtueel te houden. 

Eumedion wijst er in haar commentaar op dat de ervaringen met een volledig virtuele AVA in de ‘pandemieperiode’ 2020-2022 wisselend waren. De verantwoordings- en beraadslagingsfuncties van de AVA kwamen in die periode niet tot moeizaam uit de verf. Het houden van de jaarvergadering in een fysieke of hybride variant moet daarom volgens Eumedion het uitgangspunt blijven. Wel moet elke beursgenoteerde onderneming de mogelijkheid tot het houden van een volledig virtuele AVA zo snel mogelijk in de statuten opnemen, om voorbereid te zijn op toekomstige noodsituaties. De voorwaarden tot het houden van een volledig virtuele AVA zouden ook in de statuten moeten worden opgenomen of in een apart protocol of reglement waarnaar in de statuten wordt verwezen. Eumedion kan zich verder voorstellen dat voor AVA’s anders dan de jaarvergadering – de zogenoemde BAVA’s – de voorwaarden iets soepeler worden gesteld. Als bijvoorbeeld een BAVA moet worden georganiseerd waarin uitsluitend kennis wordt gegeven van de benoeming van een nieuwe bestuurder, zou de onderneming ook de mogelijkheid moeten hebben om ‘uit te wijken’ naar de volledig virtuele variant.